Bossen gemeente Epe
Patricia en Marten van PEFC Nederland gingen op bezoek bij Rob Philipsen, beheerder van de gemeentebossen in Epe. Hij gaat binnenkort met pensioen, maar voor PEFC maakte hij graag nog wat tijd vrij om te praten over de toekomst van duurzaam bosbeheer in Nederland.
De gemeente Epe was een van de eerste PEFC-gecertificeerde boseigenaren in Nederland. Rob Philipsen was geïnspireerd geraakt door zijn Duitse collega’s en meldde zich zodra het kon aan. Binnen een mum van tijd hadden de bossen van de gemeente het certificaat te pakken; Philipsen staat bekend om zijn duurzame gedachtengoed als het op bosbeheer aankomt.
College in de Bosschuur
In De Bosschuur midden in het bos drinken we onze sterke kop Engelse thee terwijl Rob enthousiast zijn plannen uit de doeken doet. Hij mag dan wel binnen een paar weken met pensioen gaan, maar dat heeft geen invloed gehad op zijn lange termijn visie. Toen PEFC aan hem vroeg of zij voor iedere bezoeker die aan de jaarbijeenkomst deelnam een boom in het gemeentebos konden planten wist hij al precies welke: de hybride noot.
Rob geeft een kort college over de relatie tussen de bodem en de boomsoorten. Ruim 100 jaar geleden was vrijwel het gehele gebied nog hei. Door het beheer van de hei raakte de bodem uitgeput, vrijwel alle grondstoffen waren afgevoerd of verdwenen en er kwamen vrijwel geen voedingsstoffen terug. Een van de weinige boomsoorten die daar nog op kan groeien is de grove den. Daarom is rond 1930 het gebied beplant met grove den om de mijnindustrie in het zuiden van het land te kunnen voorzien van hout.
De grove den heeft echter ook een nadeel: hij verzuurt de bodem behoorlijk en op zo’n zure bodem groeit bijna niets. Het is dan ook de doelstelling van Philipsen geweest om de bodems in de gemeentebossen te verrijken zodat er een diverser bomenbestand kon groeien.
Missie geslaagd, maar
Enkele decennia later kan je zeggen dat zijn missie is geslaagd. Van allerlei populierensoorten tot Esdoorns, en Elsbes: je staat verstelt van de diversiteit aan boomsoorten die het gebied rijk is, al helemaal als je bedenkt wat de wilddruk ook nog doet. De Veluwe staat bekend om zijn edelherten en wilde zwijnen, maar daar zit ook een kanttekening aan. Ze zijn dol op jonge boompjes, waardoor het eigenlijk alleen -daar heb je hem weer- voor de grove den mogelijk is om een beetje te groeien in de Veluwse bossen.
Dat het in Epe toch vol staat met andere boomsoorten komt vooral door het tijdelijk beschermen van opgroeiende bomen, bijvoorbeeld door een hek om de jonge boompjes te zetten. Het wordt interessant om te kijken wat voor effecten de aanwezigheid van de wolf gaat hebben op de wildstand en daarmee op de bomen.
Klimaatverandering
Maar nu Philipsen de problemen met de zure bodem en de wildvraat aantoonbaar heeft weten te verhelpen stuit hij op een volgend probleem: klimaatverandering. Het is volgens hem pionieren om te kijken welke boomsoorten er nu geplant kunnen worden om zonder al te veel kleerscheuren de klimaatverandering te overleven. Daarbij is het verstandig om op meerdere paarden te wedden. En als we vragen naar de ‘dark horse’? De hybride noot. De hybride noot is een kruising van de gewone walnoot en de zwarte noot die goed is voor de bodem en een buitengewoon goede kwaliteit hout levert. Bovendien is de noot in staat om te overleven in drogere en warmere omstandigheden. Theoretisch dus een perfecte boom voor de toekomst, maar er is nog maar weinig ervaring in Nederland opgedaan. Rob gaat nu dus pionieren met de hybride noot, die door PEFC Nederland geplant wordt. Een klimaatbestendigde boom, die goed is voor de bodem, de biodiversiteit én die ook nog eens prima hout levert, past namelijk perfect binnen het verhaal van duurzaam bosbeheer.
Gepassioneerde bosbeheerder
De opvolger van Rob Philipsen in Epe is René Visser. Ook René is een gepassioneerde bosbeheerder. Hij neemt enthousiast het stokje over van Rob, in de wetenschap dat een bosbeheerder nooit klaar is en dat zijn werk ook na zíjn pensioen gewoon door gaat.