Page - Natuur – SDG 15
Waarom is biodiversiteit belangrijk?
80% van alle dier- en plantensoorten komt voor in bossen. Deze dier- en plantensoorten zijn voor hun voortbestaan “direct” afhankelijk van het bos.
Uit wetenschappelijke studies blijkt dat we nog lang niet alles weten over de natuur. Bijvoorbeeld de hoeveelheid reeds ontdekte, werkzame stoffen in planten ten behoeve van de medicijnen is groot en experts schatten in dat hier nog veel meer te ontdekken valt.
Met het vernietigen van bos brengen we schade aan de leefomgeving van veel dier- en plantensoorten. Dat resulteert in verminderde biodiversiteit, wat wel eens als een boemerang zou kunnen terug komen. Eén ding weten we zeker, wij mensen hebben een grote invloed op de toekomst van dier- en plantensoorten.
PEFC-gecertificeerde boseigenaren houden rekening met planten en dieren.
Behoud of verbetering van de biodiversiteit in het bos is een strikte PEFC eis. Dat betekent dat bij werkzaamheden zo min mogelijk schade aan planten en dieren wordt toegebracht.


Mocht het bos een lage biodiversiteit hebben, door handelingen uit tijden toen we nog niet de kennis van nu hadden, verplicht de PEFC gecertificeerde boseigenaar zich om maatregelen te nemen voor het verbeteren daarvan.
Enkele manieren om de biodiversiteit te verhogen zijn:
- Variëren met boomsoorten en leeftijd van bomen.
- Gebruik maken van boomsoorten die van nature in een land/bos thuis horen. Deze soorten trekken vaak meer vogels, insecten en mossen aan die van nature in dit bos aanwezig waren.
- Het laten staan en liggen van dode bomen: Dode bomen zijn een voedingsbodem en voedsel voor mossen, paddenstoelen en insecten en voor de laatste tevens een zeer geschikte nestplaats. Al deze soorten zijn weer voedsel voor andere dieren. Voldoende dood hout in het bos achterlaten is van levensbelang voor vele plant- en diersoorten en dus goed voor de biodiversiteit.